VRAAG 1:
Op de projectwebsite staan 2 voorbeeldverkavelingen, maar deze passen beiden niet in het bestemmingsplan (o.a. afstanden tot zijdelingse erfgrenzen en bouwvlakken). Zijn er ook voorbeeldverkavelingen beschikbaar die wel aan alle regels en bepalingen voldoen?
Antwoord: Nee, er zijn geen andere voorbeelden beschikbaar.
VRAAG 2:
Het bestemmingsplan en het stedenbouwkundig kader corresponderen niet volledig met elkaar. In het stedenbouwkundig kader staan o.a. de onderstaande bepalingen die niet vastgelegd zijn in het bestemmingsplan. In de koopakte staat dat er ook aan de bepalingen van het stedenbouwkundig kader moet worden voldaan. Deze bepalingen werken echter zeer beperkend voor een plan. Is het mogelijk dat er wordt afgeweken van de bepalingen in het stedenbouwkundig kader welke niet zijn vastgelegd in het bestemmingsplan? Het gaat o.a. om de volgende drie zaken:
a. Geen galerijen. Bij boven- of benedenwoningen alleen inpandige opgangen;
Antwoord: Nee van deze regel kan niet afgeweken worden.
b. Geen balkons in de gevels gericht naar de omliggende percelen (in verband met privacy van omliggende percelen);
Antwoord: Afwijking van deze regels is enkel in specifieke gevallen mogelijk. Om dit te concretiseren wordt hiervoor de nadere toelichting gegeven: Balkons en of inpandige loggia’s zijn niet toegestaan waarvan overduidelijk is dat rechtstreeks een onbelemmerd zicht op buurpercelen ontstaat die leidt tot een onevenredige aantasting van de privacy van deze percelen. Er zijn mogelijk situaties denkbaar waar die aantasting zo minimaal is dat balkons theoretisch wel tot de mogelijkheden zouden kunnen behoren. Maar in beginsel leiden balkons tot inkijk in buurpercelen en leidt dat tot aantasting van de privacy. Uitgangspunt is dat dat voorkomen wordt. Daarom is deze voorwaarde opgenomen in de stedenbouwkundige kaders.
c. Waar sprake is van zijgevels op een minimale afstand van 3 tot 4 m van de zijdelingse perceelgrens met de bestaande aanpalende percelen, worden vanwege beperking van privacyeffecten, geen zijramen in de zijgevels gemaakt die direct zicht geven op deze aanpalende bestaande percelen.
Antwoord: Het gaat bij deze regeling om nadelige privacy-beïnvloeding te beperken op bestaande aanpalende percelen. Vanwege de situering van de bouwvlakken in het bestemmingsplan zal het merendeel van de woningen op een grotere afstand van 3 meter liggen van bestaande naastgelegen buurpercelen. Op de begane grond zijn ramen op een afstand van 3 tot 4 meter wel toegestaan mits voldaan wordt aan de volgende omstandigheden. In de bestaande situatie is in veel gevallen sprake van reeds aanwezige erfafscheidingen zodat zicht op buurpercelen in die gevallen vaak niet aan de orde zal zijn. Waar zicht wel mogelijk is, moet dat zicht beperkt worden door een permanente erfafscheiding die dat zicht wegneemt. Dit zal dan geborgd moeten worden door middel van een permanente erfafscheiding in het plan.
Op de verdieping zijn ramen op een afstand van 3 tot 4 meter wel mogelijk. Daarbij zal dan voor een oplossing gekozen moeten worden die geen effect heeft op de privacy van bestaande naastgelegen buurpercelen. Dat kan geborgd worden als ramen niet open kunnen en door toepassing van bijvoorbeeld melkglas dat zicht verhindert in naastgelegen tuinen.
VRAAG 3:
In de voorwaarden staat dat de verkoper geen enkele garantie verstrekt ten aanzien van eventuele bodemverontreiniging. Het rapport dat de verkoper verstrekt is verouderd (2012). Wij hebben dit rapport laten beoordelen en komen tot de volgende conclusie:
– De bodem is niet onderzocht op asbest (NEN-5707) , dit terwijl er wel puin is aangetroffen;
– PFAS is niet onderzocht. Was destijds niet van toepassing, maar nu wel.
– Historisch gezien hebben er diverse risicovolle activiteiten op de locatie plaatsgevonden en zijn de risicovolle locaties extensief onderzocht en gemeten naar de huidige verplichte onderzoeksprotocollen (NEN-5740), maar hierbij wordt niet uigesloten dat er geen restverontreiniging op een andere locatie op het perceel is.
Krijgt de koper na de gunning nog de mogelijkheid om de bodem te onderzoeken alvorens het risico wordt geaccepteerd? Of dient de koper op basis van dit verouderde onderzoek alle risico’s te aanvaarden?
Antwoord: Nee, er wordt geen mogelijkheid geboden om aanvullende voorwaarden te stellen bij de bieding, het risico dient dus aanvaard te worden.
N.b. de vraag is ook voorgelegd aan de Odru en die geeft nog de aanvullende opmerkingen die vrijblijvend ter informatie gedeeld wordt:
“Gesteld wordt dat de bodem op PFAS onderzocht dient te worden. Dit klopt niet (helemaal). Alleen als een locatie verdacht is op het aantreffen van PFAS in de bodem, dan dient de bodem onderzocht te worden op PFAS. Eerst zal dus (in een historisch vooronderzoek) onderzocht moeten worden of de locatie verdacht is op PFAS. Zover ik nu kan zien (wat ik weet van deze locatie) is een PFAS-onderzoek niet nodig.
In het laatste onderstaande puntje wordt gesteld dat de locatie extensief (onvoldoende?) is onderzocht. Ik begrijp niet helemaal wat met deze opmerking wordt bedoeld omdat de voorgaande onderzoeken volgens de (verplichte) NEN-5740 norm zijn onderzocht”.
VRAAG 4:
In de stukken staat dat het overgrote gedeelte van de sociale huurwoningen onder de € 650,- huur per maand moet zitten. Staat deze verdeling vast of is dit nog bespreekbaar? Hiermee staat de grondwaarde namelijk aanzienlijk onder druk.
Antwoord: Ja, dit volgt uit een raadsbesluit en daarmee geen mogelijkheid om er van af te wijken.
VRAAG 5:
Wat wordt er bedoeld met de verschillende soorten woningen die op de ontwikkellocatie gerealiseerd mogen worden?
Antwoord: Sociale huurwoningen: Huurwoningen zoals bedoeld in artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag, met een rekenhuur van ten hoogste € 879,66, prijspeil 2024;
Sociale huurwoningen betaalbare huur voor 1- en 2-persoonshuishoudens: Huurwoningen zoals bedoeld in artikel 20 lid 2 sub a van de Wet op de huurtoeslag, met een rekenhuur van ten hoogste € 650,43 per maand, prijspeil 2024;
Midden dure huurwoningen: Huurwoningen met een aanvangshuurprijs > € 879,66 en < huurprijsgrens 186 punten conform WWS per maand, prijspeil 2024. Midden dure koopwoningen: Koopwoningen met een VON-prijs > € 265.000,- en < € 390.000,-, prijspeil 2024.
VRAAG 6:
Zijn er ook voorbeeldverkavelingen beschikbaar die aan alle regels en bepalingen voldoen?
Antwoord: Nee er zijn geen andere voorbeelden beschikbaar